Wanneer het moeizaam verloopt bij oefeningen zoals het U-bochtje, zit hem dat vaak in het inkantelen van de motor. De oefeningen met langzame draaien lukken pas wanneer je de motor echt goed afgeschuind kunt krijgen.
Als dat niet lukt wordt vaak gezegd dat je het niet durft. Met zo'n opmerking kun je weinig. Daar zit het hem meestal ook niet in: afschuinen is een techniek die je onder de knie moet zien te krijgen, en bij de een gaat dat als vanzelf, en bij de ander gaat dat moeizaam.
Het probleem is bij langzame bochtjes nog in gewikkelder, zullen we laten zien.
Op deze pagina proberen we je te laten zien hoe je dat doet, afschuinen en het stuur ingedraaid krijgen voor de langzame bochtjes.
Lage snelheid maakt het moeilijker
Vanzelf
Bochten rijden op snelheid lijkt voor de meesten van ons vanzelf te gaan. Zo vanzelf dat we vaak niet eens precies weten hoe we de motor nou eigenlijk schuinleggen.
Natuurlijk is er van alles te leren aan het rijden van bochten op snelheid, maar het eerste beginnetje, het inkantelen, is vrijwel nooit het probleem.
Langzaam is het probleem
Dat inkantelen is veel minder vanzelsprekend bij het rijden van u-bochten en achtjes, voor de meeste motorrijders.
Voor de mensen die het wel kunnen is het zo mogelijk nog lastiger om uit te leggen wat je precies doet. Op deze pagina gaan we toch een poging wagen...
Fiets
Inkantelen werkt op de fiets hetzelfde als op de motor. Als je aan het lessen bent kun je dus tussendoor op de fiets van alles uitproberem, om te voelen hoe het voelt.
Sturen met je stuur?
Hoe stuur je?
Als je een willekeurig iemand vraagt hoe hij of zij stuurt op de
fiets, zul je als antwoord krijgen: Met het stuur natuurlijk!
Heel langzaam: met het stuur
Op deze foto, waarin een motor door een deur heen wordt gewurmd, is dat ook zo. Als je het stuur naar rechts laat wijzen wijst het wiel ook naar rechts, en rijdt de motor een stukje naar rechts; naar links precies andersom. Met het stuur sturen dus.
Sneller: door schuinleggen
Maar sturen als je eenmaal op snelheid bent gaat heel anders.
Ook op je fiets kun je dat merken: als je een bocht maakt met je fiets, blijft je stuur vrijwel recht. De fiets maakt de bocht door schuin te gaan.
Sturen op snelheid is inkantelen
Sturen op snelheid houdt dus niet in dat je stuurt met je stuur, maar dat je de motor schuin laat gaan: je laat hem inkantelen.
Mensen met fietservaring doen dat zonder dat ze er over hoeven nadenken: dat is helemaal geautomatiseerd.
Achtjes: beide
Langzame bochten
Het lastige van de langzame bijzondere verrichtingen waarbij je bochten moet rijden, is dat je beide manieren nodig hebt: sturen door in te kantelen en sturen met je stuur.
De bochtjes zijn zo krap dat je er met alleen inkantelen niet komt, en ook als je de motor rechtop houdt en alleen met het stuur stuurt, zullen de bochtjes te groot worden.
Inkantelen en sturen
Je moet dus tegelijkertijd inkantelen en sturen met je stuur. En het lastige daarvan is dat je niet eens weet hoe je precies inkantelt, omdat je dat gewoon onbewust doet. Geen wonder dus, dat de bijzondere verrichtingen waarbij je langzaam bochtjes moet draaien voor heel veel mensen lastig onder de knie te krijgen zijn.
Spiergeheugen
Zoiets kun je niet uit boekjes of van websites leren: op een gegeven moment
moet de klik
komen, het moment waarop je spieren als het ware snappen
wat er van ze verlangd wordt. Die U-tjes en Achtjes moeten in je spiergeheugen
komen te zitten.
Poging tot uitleggen
Maar toch zullen we een poging tot uitleggen doen, op deze pagina. Het struikelpunt zit voor verschillende mensen op verschillende punten. Als we proberen alles wat er bij inkantelen en tegelijkertijd insturen komt kijken op een rijtje zetten, heb je kans dat er iets tussenzit waarmee jij verder kunt.
Hoe kantel je in?
Balans verstoren
Het lijkt misschien vanzelf te gaan, inkantelen, omdat je je meestal niet bewust bent van wat je doet, maar het gaat niet vanzelf.
Wat je feitelijk doet, is de balans van de motor verstoren.
Rechtuit en rechtop
Een motor is, wanneer hij enige snelheid heeft, namelijk een heel stabiel systeem:
hij zal vanzelf rechtuit blijven rijden, en rechtop blijven. Je hoeft je nooit
in evenwicht te houden
als je eenmaal op snelheid bent met de motor.
Stuur
Je moet dus iets doen om hem uit dat evenwicht te halen, en een van de meest effectieve manieren om dat te doen maakt gebruik van het stuur. Maar dan doe je iets heel anders met dat stuur dan in de auto!
Knie, gewicht
De balans verstoren (en dus inkantelen), kun je ook doen door je gewicht naar de binnenbocht te verplaatsen, en door met je buitenknie tegen de tank te duwen.
Voor deze pagina gaat het ons niet om de details van het inkantelen, maar vooral over hoe je dat kunt combineren met het indraaien van het stuur.
Het probleem
Wat gebeurt er als je instuurt?
Als je hierboven leest dat je de motor naar links kunt laten inkantelen voor een linkerbocht, door het stuur een beetje naar rechts te laten wijzen, en dat je de motor naar rechts kunt laten inkantelen voor een rechterbocht door het stuur een beetje naar links te laten wijzen, snap je het probleem:
Als je het stuur naar links draait voor een U-bochtje naar links, zal de motor naar rechts inkantelen, en zal de motor dus een bocht naar rechts gaan maken, en andersom!
Het laten inkantelen en het draaien van het stuur, dat je voor de langzame bochtjes bij de bijzondere verrichtingen allebei nodig hebt, zit elkaar dus in de weg!
Hoe moet het dan?
De snelste manier om in te kantelen is door een beetje de verkeerde kant op
tegen het stuur te duwen. Daarmee zet je dus de bocht in, ook bij langzame bochtjes.
Vervolgens valt de motor als het ware de bocht in, en kun je het stuur mee indraaien.
Doe je dat te snel, dan zal de motor zich weer oprichten: je moet eigenlijk net langzamer indraaien dan de motor de bocht in valt.
Geen wonder dus dat het rijden van lkangzame bochtjes bij de bijzondere verrichtingen een hele klus is om onder de knie te krijgen!
Eerst een voorbeeld
Start van de halve draai
Op het filmpje hierbij zie je duidelijk dat het stuur bij de start van de halve draai even de andere kant op wordt geduwd. Je ziet de motor dan de bocht invallen: precies wat je wilt hebben. Je ziet heel mooi het voorwiel even de andere kant opgaan.
Eerst zie je alles in vertraagd tempo, en dan nogmaals realtime
.
En als het niet lukt? Armen
Onder je uit
Bij de langzame bochtjes is het de bedoeling dat je, wanneer je de motor laat inkantelen, hem onder je uit duwt.
Je blijft zelf dus rechtop zitten, en duwt de motor schuin onder je uit.
Omdat je ook het stuur moet indraaien, heb je lange armen nodig!
Armen te kort?
Wanneer je armen te kort zijn, zul je merken dat je je lichaam moet draaien om het stuur de juiste kant op te draaien.
Voorop gaan zitten
In dat geval is het handig om naar voren te schuiven op het zadel: zo creëer je extra ruimte, en kun je de oefeningen ook met kortere armen prima uitvoeren.
En als het niet lukt? Staan
Zelf rechtop
Wat soms lastig is, is om zelf rechtop te blijven terwijl je de motor onder je uit duwt. Bij sommigen gaat het andersom: de motor blijft rechtop terwijl ze, al duwende, zichzelf schuin duwen.
Staan
Wat je dan zou kunnen proberen is, om in overleg met je rijinstructeur, de oefeningen waarbij je langzame rondjes moet draaien een paar keer staand uit te voeren.
Als je staat is het veel gemakkelijker om zelf rechtop te blijven staan, en het voelt heel natuurlijk om in die positie de motor onder je uit te duwen.
Stabieler
Een bijkomend voordeel is dat het, misschien doordat je nu zelf hoog boven de schuingeduwde motor uittorent, stabieler aanvoelt op die manier. De meeste mensen durven hun motor wanneer ze staan verder onder zich uit te duwen dan wanneer ze zitten.
En dan weer zittend
Als het staand goed lukt, en je weer zittend gaat oefenen, is het zaak om te onthouden hoe je de motor schuindrukte toen je stond. Op precies dezelfde manier doe je het nu ook, en als je eenmaal weet dat je het kunt lukt het zittend meestal ook een stuk beter.
En als het niet lukt? Knie
Heupen
De instructeur zal je meestal zeggen dat je vanuit je heupen moet sturen, maar
vaak is het daarmee toch lastig om aan te voelen wat je precies moet doen. Met je heupen
kun je net zo goed je bovenlichaam afschuinen
als de motor.
Wat helpt is om te bedenken dat je de motor naar binnen wilt drukken. Met de
heupen sturen betekent dan dat je met je buitenbil
naar binnen duwt: je duwt
de motor dan in de richting van de binnenbocht.
Helpen met de knie
Wat goed helpt om niet jezelf maar de motor schuin te duwen is om de motor met
je buitenknie
naar binnen te duwen. Je kunt daarmee niet jezelf de tegenovergestelde
kant opduwen: je zult er altijd de motor mee naar binnen duwen.
Onderweg uitproberen
Met je knie duwen, en merken dat je de motor daarmee schuin duwt, kun je ook gewoon onderweg even uitproberen. Je krijgt daardoor goed gevoel voor sturen met je knieën.
Commentaar, FAQ, op een aparte pagina