Het allereerste begin van leren motorrijden bestaat uit een kennismaking met de motor. Waar zit de koppeling, en waar zitten de remmen?
Voor sommigen is alles helemaal nieuw. Hier een geheugensteuntje.
Wat er aan een motor te zien is laten we zien aan de hand van foto's van een aantal verschillende motoren.
Het dashboard
Ook motoren hebben een dashboard
Het klinkt zo auto-achtig, maar ook motoren hebben een dashboard. Wat er op te zien is kan heel erg variëren van motor tot motor.
Snelheidsmeter
Wat er op een dashboard altijd te zien is, is een kilometerteller, of, beter gezegd, een snelheidsmeter. Die is verplicht. Bovendien moet hij verlicht zijn zodat je je snelheid ook in het donker nog kunt aflezen.
Toerenteller
Op de meeste motoren vind je ook een toerenteller. Die is niet verplicht.
De toerenteller geeft aan hoeveel toeren
de motor per minuut draait.
Dat kun je vergelijken met een fiets: hoe vaak je de trappers ronddraait
per minuut, is het aantal toeren.
Bij een toerenteller zie je een stukje dat rood is gekleurd ( op de
foto bij deze tekst zie je op de onderste klok een stukje rood). Dat
is het verboden gebied
. Het is niet de bedoeling dat je je
motor zulke hoge toeren laat maken dat de naald het rode gebied aanwijst.
Veel motoren hebben een toerenbegrenzer, die verhindert dat je in dat gebied komt.
Klokken of getallen
Beide tellers kunnen de vorm van een klok hebben, zoals op het dashboard hiernaast, maar ze kunnen ook de vorm hebben van een getal op een digitaal display.
Een klok heeft als grote voordeel dat je in één oogopslag kunt zien hoe hard je rijdt of hoeveel toeren je motor maakt, omdat de getallen net zo in je hoofd zullen gaan zitten als van een klok die de tijd aanwijst.
Bij deze twee klokken geeft de linker de snelheid aan, en de rechter het toerental (met weer een zichtbaar rood gebied).
Het display op de foto bij dit stukje laat de snelheid zien door middel van een getal (0), en de toeren door middel van een wijzertje (nu niet zichtbaar) dat zich kan bevinden tussen 0 en in dit geval ongeveer 9000 (maar daar mag de teller niet komen, want het rode gebied begint hier bij plm 7500 toeren).
Waarschuwingslampjes
Vrijwel elke motor heeft ook een aantal waarschuwingslampjes. Op de foto hierboven zie je er vijf.
Als je de motor start zie je de lampjes branden, zodat je voor je vertrekt kunt kijken of ze werken.
De meest voorkomende waarschuwingslampjes zijn:
De olietemperatuur
Als die te hoog wordt gaat er een
rood lampje branden. Dat lanpje heeft
vaak een figuur dat een thermometer aanduidt.
In plaats van een lampje voor de olietemperatuur zie je soms ook
dat aangeeft wanneer de oliedruk te laag is.
Als je een rood olietemperatuurlampje ziet ziet is het devies:
zo snel mogelijk (op een veilige plek) stoppen.
Het grootlicht
Dat is over het algemeen een
blauw lampje,
dat je er aan herinnert dat je je grootlicht aan hebt. Bij tegenliggers zet
je dat uit.
De richtingaanwijzers
Veel motoren hebben
verklikkerlichtjes voor de richtingaanwijzers. Die knipperen, zodat je er
aan herinnerd wordt om de richtingaanwijzer uit te zetten nadat je bent
afgeslagen.
Als ze extra snel knipperen betekent dat dat er een lampje kapot is.
De kleur is groen.
Neutraal indicatie
Veel motoren laten door een
groen lampje zien of de
versnellingsbak in neutraal staat (op de foto van het display hierbij
staat dat lampje aan).
Soms zie je ook een lampje dat waarschuwt dat de reserve
van de benzinetank wordt aangesproken: dat is het sein om te gaan tanken.
Op het dashbord op de foto zie je het naast het lampje voor de olietemperatuur,
met een benzinepompje er op. De kleur van het lampje is meestal
oranje.
Er kan een lampje zijn dat waarschuwt dat de accuspanning te laag is. De kleur van het lampje is meestal rood.
Daarnaast kunnen er waarschuwingslampjes zijn voor ABS storingen, of om aan te duiden dat de waarschuwingslampen aan staan (beide lampjes knipperen meestal om je er extra attent op te maken).
Controle
Wanneer je het contact aanzet zullen de waarschuwingslampjes kort oplichten. Op die manier kun je controleren of ze het nog doen.
Informatiedisplay
Display
Het dashboard op deze foto heeft een ronde toerenteller, maar de snelheid wordt aangegeven in het display rechts van de toerentellerklok. Niet alle motoren hebben een display, en wat er op het display te zien is varieert.
N.B. Het getal 165 in dit display geeft de snelheid aan. De motor staat stil, en de foto is gemaakt op het moment dat het display, nadat het contact is aangezet, de controlelampjes laat oplichten, het wijzertje door de toeren heen laat lopen, en tenslotte alle cijfers voor de snelheidsmeter doorloopt ter controle.
Kilometerstand
Op een motor moet het verplicht te zien zijn wat de kilometerstand is. Dat zie je dus op alle motoren (niet altijd op een digitaal display).
Op het display op deze foto staat de kilometerstand bovenaan (deze motor heeft dus nog maar 144 kilometer gereden).
Dagteller
Wat je ook vrijwel altijd ziet is een dagteller, die je zelf op nul kunt zetten na een tankbeurt.
De dagteller in dit display is het moeilijk afleesbare getalletje direct naast de snelheid, dat ook op 144 staat.
En verder
Vaak wordt er aangegeven in welke versnelling je zit, wordt er met balkjes aangeduid hoeveel benzine er nog in de tank zit zoals bij dit display (de balkjes staan rechts, en de tank is helemaal vol), of hoeveel kilometers je ongeveer kunt rijden met de inhoud van de tank.
De olietemperatuur wordt ook vaak aangegeven, met een getal of met balkjes.
Displays kunnen zoveel informatie te bieden hebben dat er als het ware verschillende schermen zijn. Er zit dan een knop bij waarmee je tussen de schermen schakelt.
Het stuur: de spiegels
Spiegels
Spiegels links en rechts zijn verplicht voor nieuwe motoren.
Doordat je aan beide zijden een spiegel hebt, en je natuurlijk ook goed over je schouder kunt kijken, heb je, als je de spiegels goed instelt, op de motor een groot gezichtsveld.
De dode hoek van je spiegels kun je bekijken door je hoofd te draaien.
Het stuur: de startknop
Startknopje: rechts
Aan de rechterstuurhelft zit het startknopje, naast de gashendel (zie onder).
Op de foto hier gaat het om het zwarte knopje, dat je moet indrukken om te starten, nadat je het contact heb aangezet met de contactsleutel.
Dodemansknop
De rode knop onder het startknopje heeft de lugubere naam dodemansknop
.
Normaal gesproken zet je de motor uit door de contactsleutel terug te draaien, maar in sommige situaties (als je bent gevallen bijvoorbeeld) kan het lastig zijn om bij de contactsleutel te kunnen. Met de dodemanknop kun je in zo'n geval toch de motor uitzetten.
Niet starten?
Als je motor niet wil starten, kijk dan dus altijd even of iemand misschien aan de dodemansknop heeft gezeten.
Het stuur: de gashendel
Wheelie?
De jongen op de foto maakt het internationaal bekende gebaar om te vragen of een motorrijder een wheelie maakt.
Aan dat gebaar kun je zien waar de gashendel zit en hoe je hem bedient.
Rechts
Hij gebruikt z'n rechterhandm en dat klopt: het gas bedien je met je rechterhand, door de hendel aan die kant om z'n as te draaien.
Gas: naar je toe
Je geeft gas door de hendel naar je toe te draaien. Op de foto kun je zien dat de jongen z'n pols gebogen heeft, om daarna in éé ruk z'n denkbeeldige gaskraan flink open te draaien.
Van je af: gas dicht.
Het gas draai je weer dicht door de hendel van je af te dwuen.
Als je de gashendel loslaat zal deze vanzelf terugdraaien naar de stand waarin geen gas wordt gegeven.
Om met een konstante snelheid te rijden moet je dus de gashendel aktief op één stand houden.
Het stuur: de voorrem
Voorrem: rechts
Ook aan de rechterkant van het stuur zit de (aparte) hendel voor de voorrem.
Op de foto zie je die hendel dus vanaf de voorkant van de motor; niet vanuit de positie waarin je op de motor zit!
Remmen doe je door de hendel in te knijpen.
Instelbaar
Op veel motoren is de remhendel instelbaar, zoals de remhendel op de foto.
Het rondje met de inkepingen kun je in een aantal standen draaien, waardoor je de hendel instelt voor kortere of langere vingers.
Je moet even kijken welke kant je op moet draaien om de hendel dichterbij of verder weg van het stuuruiteinde te krijgen; dat is niet op elke motor op dezelfde manier geregeld.
Het stuur: de koppelingshendel
Handvat links: niets
Het handvat aan de linkerkant doet in tegenstelling tot die aan de rechterkant niets. Dat handvat zit gewoon vast.
Koppeling: links
Met de aparte hendel aan de linkerkant van het stuur bedien je de koppeling.
Intrekken van de hendel (dus tegen de stuurhendel aan) houdt in dat je ontkoppelt; door de hendel weer los te laten laat je de koppeling opkomen.
Het stuur: de schakelaar voor de richtingaanwijzers
Links
Op de meeste motoren zit de schakelaar voor de richtingaanwijzers aan de linkerstuurhelft, zoals hier, op de Derbi Mulhacen.
Je bedient de richtingaanwijzers door het knopje naar links of rechts te schuiven. Je zet ze weer uit door de knop in te drukken.
Niet automatisch
Op de meeste motoren gaan de richtingaanwijzers niet automatisch uit na een bocht. Je moet er meestal dus zelf aan denken om het knopje weer in te drukken.
BMW: anders
BMW gebruikt andere schakelaars voor de richtingaanwijzers dan de andere fabrikanten. Je hebt daar zowel links als rechts een knop waarmee je ze aanzet (door de knop aan de linkerkant naar links te duwen of die aan de rechterkant naar rechts), terwijl er aan de rechterkant een knop onder het stuur zit, die je met je duim omhoog duwt om ze uit te zetten.
Claxon
Onder de knop voor de richtingaanwijzers zie je de knop voor de claxon.
Op de meeste motoren zit de bediening van de claxon op deze plek.
Joystick
De joystick
boven de knop voor de richtingaanwijzers is om verschillende
functies van het display te bedienen. De plek voor zo'n functie is nog niet
standaard. Bij veel displays zitten er bijvoorbeeld op het display zelf knoppen
voor verschillende functies.
Het stuur: de bediening van de verlichting
Links
De schakelaar voor het grootlicht zit meestal aan de linkerkant.
Hier zie je die van de Derbi Mulhacen.
Aan, uit en seinen
Met deze schakelaar zet je het grootlicht aan door de schakelaar naar voren te klikken, en uit door hem weer terug te klikken.
Seinen doe je door de schakelaar tegen de stuurhendel aan te duwen en weer los te laten.
Dimlicht
Op veel motoren zit geen schakelaar voor het dimlicht: het gaat gewoon aan zodra de motor loopt.
Parkeerlicht
Op het contactslot zit vaak een parkeerstand, waarmee je het parkeerlicht aan kunt zetten.
De stepjes: de schakelpedaal
Stepje links met schakelpedaal
Schakelen doe je met je voet. Met je linkervoet dus.
Op de foto zie je een stukje voor het voetstepje het schakelpedaal zitten.
Schakelen gaat dus met de tenen.
De één: naar beneden
Vanuit de neutraalstand schakel je naar z'n één naar beneden.
De rest: omhoog
Voor de rest van de versnellingen moet je je tenen onder het pedaaltje houden, en naar boven bewegen. En je schakelt weer terug door het pedaaltje naar beneden te duwen.
De stepjes: het rempedaal
Stepje rechts met achterrem
Aan de rechterkant zit er in plaats van een schakelpookje
een pookje voor de achterrem
. Je bedient de achterrem door het
pookje naar beneden te duwen met je tenen.
Op de foto zie je onder het stepje een stangetje lopen waaraan het rempedaaltje (net niet zichtbaar) vastzit.
Voorzichtig
Omdat je veel minder gevoel in je rechtervoet dan in je rechterhand hebt, moet je de achterrem met beleid gebruiken.
Vooral wanneer je al je autorijbewijs hebt, zul je soms de neiging
moeten onderdrukken om je voetpedaal
hard in te trappen!
De tankdop
Afgesloten
Tankdoppen sluiten vrijwel altijd af met hetzelfde sleuteltje als je voor het contact gebruikt.
De tankdop zit uiteraard op de tank, en meestal, zoals bij deze Bimota Mantra, zit de tank waar je hem verwacht: voor het zadel.
Soms onder zadel
Maar bij sommige motoren (zoals de BMW F650GS) zit de tank onder het zadel, om het zwaartepunt omlaag te brengen. Wat er uitziet als een tank is geen tank, en de tankdop zit dan op een andere plaats dan je hem verwacht.
Het contactslot
Voor het stuur
Bij de meeste motoren zit het contactslot aan de voorkant van het stuur, zoals in dit geval.
Drie standen
Je kunt hier ook de drie standen van het contactslot zien: on, off en lock. Met die laatste stand zet je de motor op het stuurslot.
Andere plaatsen
Op een aantal van de foto's hierboven zie je dat het contactslot soms ook aan jouw kant van het stuur zit, voor de tank. Er zijn andere plekken mogelijk: bij cruisers is het bijvoorbeeld gebruikelijk dat je het contactslot aan de zijkant vindt.
Losse tankdop
Op deze foto zie je ook een lossen tankdop; op de meeste motoren zit de tankdop vast aan de tank, maar niet altijd.
De remschijven
Schijfremmen of trommelremmen
Vroeger hadden motoren vaak trommelremmen. Tegenwoordig hebben ze vrijwel allemaal schijfremmen. Je ziet hoogstens nog wel eens een trommelrem aan de achterkant.
De motor waarop je les krijgt zal dus vrijwel altijd remschijven hebben.
Voor en achter
De remschijf op de foto zit aan het achterwiel. Aan de voorkant zie je soms een enkele, en soms een dubbele schijfrem. In dat laatste geval zit er een schijf aan beide zijden van de vooras.
De cylinder(s)
En waar zitten de cylinders
Verder is het natuurlijk wel leuk om te weten waar de cylinders van een motor zitten, die het hart van het motorblok vormen.
Heel erg gemakkelijk is dat te zien bij deze BMW: die heeft cylinders die
naar de zijkant uitsteken. De puist
voor het scheenbeen van de motorrijder
is de rechtercylinder.
Niet altijd zo duidelijk
Bij de meeste motoren moet je beter zoeken om de cylinders te vinden.
Bij de (eencylinder) Yamaha XT500 op de foto bij het stukje over de koppelingshendel zie je een geribde cylinder onder de tank. De ribben zijn om te koelen.
Commentaar, FAQ, op een aparte pagina